Pipo
Deze hele COVID-19 situatie doet me denken aan mijn jeugd.
Niet omdat ik verplicht een mondkapje moest dragen terwijl ik naar Teletubbies keek, of omdat ik anderhalve meter afstand van de rest van mijn familie hield tijdens de o-zo-traditionele ‘kringverjaardagen’.
Nee, ik kreeg lichtelijke flashbacks richting mijn hunkering naar het tofste, ziekste speelgoed wat de Toys “R” Us gids te bieden had. Ik was een lief kind en Sinterklaas beloonde dit door mij jaarlijks van een groot gedeelte van mijn verlanglijstje te voorzien.
Al dat speelgoed, hoe knuffelig, kleurrijk en duur dan ook, had iets met elkaar gemeen.
Sooner or later stelde het altijd, maar dan ook altijd, teleur.
Het opengaan van de terrassen deed me denken aan m’n eerste FurReal Friends plastic kat.
Het idee van het speelgoed was het nabootsen van echte beesten: de FurReal Friends waren robot knuffelbeesten die konden blaffen (hond) of spinnen en miauwen (kat). Maar hoe erg de fabrikanten ook hun best deden het product te laten lijken op een echt huisdier: de ervaring was allesbehalve hetzelfde. Zo ook mijn eerste drankje op het terras van De Beurs in Utrecht. De alcohol werd rijkelijk op handen gesprayd, de anderhalve meter werd bewaard, de terraservaring werd met behulp van stoelen en tafels (enigszins bij elkaar in de buurt) gewaarborgd maar toch voelde het allesbehalve als het ‘echte’ ding.
Het dragen van mondkapjes gaf me flashbacks naar mijn eerste setje kinder make-up. Niet omdat ik plots in deze crisis geen make-up meer kon dragen, maar omdat ik er na elke treinreis hetzelfde uitzag als ik toen ik voor het eerst mijn make-up probeerde te doen. Pipo vibes.
Na elke rit met het OV zat de lippenstift met een grote ring om mijn mond.
Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd: het dragen van clown make-up of het moeten zwaaien naar vrienden aan de overkant van het terras is een zeer kleine prijs om te betalen als je daarmee mensenlevens kan redden.
Maar net als het doorbladeren van die gigantisch dikke Toys “R” Us gids als kind zijnde, zo lijkt er ook aan deze periode geen einde te komen.
Ik kan niet wachten tot we eindelijk op de laatste pagina van de gids komen.
Anouk Bowman, adjunct-hoofdredactrice