Het Gesprek Bastiaan Rosman
Donkere wolken hangen boven Amsterdam. Het stadsleven oogt gehaast, maar de Tolhuistuin in het noorden van de stad geldt als een baken van rust. Door de ingang komt een vrolijke man aangewandeld. Bastiaan Rosman (26, presentator BNNVARA en XITE) kijkt terug op drie heftige, maar fijne jaren als presentator voor het internationaal bekende YouTubekanaal Drugslab. Veel tijd om stil te staan is er niet, want deze van oorsprong Schiedammer werkt hard aan een persoonlijke docuserie en hoopt dit jaar toch een keer zijn diploma voor de opleiding Media, Communicatie en Informatie aan de HvA binnen te halen. We praten met Bastiaan over drugs, relaties, de keerzijde van bekendheid en Ex on the Beach.
Kun je de dag van je sollicitatie bij Drugslab nog herinneren?
“Heel goed. Ik had eerder al auditie gedaan voor de BNNVARA Academy, dus het gebouw was voor mij al bekend terrein. Na een goed gesprek kreeg ik te horen dat ik was aangenomen. Het staat me nog bij dat ik op de terugweg naar station Mediapark van de trap af liep en bedacht dat ik dit nieuws ook met mijn ouders moest gaan delen. Ik belde mijn vader, waarschijnlijk omdat ik wist dat hij het leuker zou gaan vinden dan mijn moeder. Dat bleek ook het geval te zijn. Terwijl ik enthousiast vertelde over mijn nieuwe baan, hoorde ik mijn moeder op de achtergrond al luidkeels protesteren: ‘Dat moet je echt niet doen!’.”
Bastiaans vader wees hem wel op de risico’s: “Je gaat drugs gebruiken voor een programma en dat zal effect hebben op je carrière. Beroepen als leraar of advocaat kun je wel vergeten.” Bastiaan besloot het advies naast zich neer te leggen. “Ik was heel stellig en wilde het doen. Zij konden me niet van gedachten doen veranderen. Van die keuze heb ik geen moment spijt gehad.’’
Hoe open ben jij naar de buitenwereld toe?
Het blijft een moment stil. “Ik ben best wel actief op sociale media, maar er zijn bepaalde dingen die ik liever privé houd. Relaties zijn daar een goed voorbeeld van. Ík kies ervoor om de bekendheid op te zoeken, mijn partner niet. Toen ik begon met Drugslab had ik nog een vriendin. Zij vond mijn bekendheid af en toe best lastig, omdat het voor haar ook nieuw was. Op festivals en feestjes vervul je een soort publieke rol. Ook ik heb dat niet altijd leuk gevonden, vooral niet als je dronken bent.” Zijn vorige partner kon hier beter mee omgaan, omdat hij Bastiaan alleen als BN’er kende. “Mijn vriend was het gewend. Hij wist niet beter.” Of het lastig is om een relatie te krijgen als je bekend bent? “Mijn relatie is net uit en ik vind het eigenlijk wel fijn om mezelf nu op de eerste plek te zetten. Laatst zat ik wel even op Tinder, maar bij iedere match weet je niet hoe het is bedoeld. Inmiddels heb ik Tinder Gold, zodat ik ook kan zien welke mensen mij liken voordat ik hen like. Dan weet ik dat het niet alleen om mijn bekendheid gaat.”
Bastiaan was niet altijd een allemansvriend. Op de middelbare school werd hij met enig regelmaat gepest. Een wereld van verschil als je het vergelijkt met zijn situatie nu. “Van de één op de andere dag kreeg ik van diezelfde treiteraars geïnteresseerde berichten op Facebook. Fuck you, tien jaar geleden was ik te min om tegen te praten en nu hang je ineens aan mijn lippen. Wie het laatst lacht, lacht het best. Je leert wie je echte vrienden zijn.”
Ben je altijd een veelgebruiker geweest?
“Absoluut niet”, zegt hij stellig. “Voordat ik begon bij Drugslab had ik alleen nog maar gedronken, een joint gerookt en een keer XTC gedaan.” Als hij terugdenkt aan zijn eerste keer blowen, schiet Bastiaan in de lach. “Ik was veertien jaar en zat met wat vrienden ergens achteraf in een weiland. Ik was zó zenuwachtig en daardoor lukte het maar niet om over mijn longen te roken. Toen ik op een gegeven moment een hijs nam, riep een vriend: ’Je moeder, je moeder!’. Ik schrok toen zo erg dat ik de rook door mijn hele lichaam voelde.” Wat betreft drugs is het de jaren daarna rustig. “Op mijn negentiende kwam ik op een feestje in Schiedam. Iemand legde een lijn cocaïne neer. ‘Ik moet hier weg!’, dacht ik toen.” Een jaar later probeert hij het voor het eerst een pilletje op een feestje in Amsterdam. Waar het drugsgebruik van Bastiaan in zijn tienerjaren en als begin twintiger te verwaarlozen valt, gaat hij tijdens zijn tijd bij het programma Drugslab helemaal los. Wekelijks probeerde hij, samen met collega’s Dzifa Kusenuh en Nellie Benner, allerlei soorten drugs uit. “Inmiddels zit ik op 49 verschillende soorten, een wereld van verschil.”
Het doel van Drugslab is duidelijk educatie, maar de lijn tussen educatie en vermaak is soms dun, erkent Bastiaan. “Natuurlijk zitten er mensen tussen die alleen maar denken: ‘Ja leuk, mensen die trippen!’. Maar het belangrijkste is dat die mensen, misschien onbewust, ook de educatieve kant meekrijgen. Zelfs de mensen die niet de intentie hebben om er iets van te leren, leren er iets van. Wij gebruiken de meest rare drugs, zodat mensen de gevaren kennen. Wij doen het, zodat de rest het niet hoeft te doen. Drugs kunnen heel leuk zijn, maar het kan ook echt heel erg fout gaan. Dat signaal willen we delen met onze volgers.”
Het is algemeen bekend dat als je drugs gebruikt, je ook vaak dipjes hebt. Hoe ging je hiermee om?
“In 3,5 jaar Drugslab heb ik natuurlijk ook mindere periodes gekend. Vanuit de redactie is er altijd op gehamerd dat je het aan moet geven als je niet lekker in je vel zit. Drugs versterken nou eenmaal bepaalde emoties en het is goed om dat in je achterhoofd te houden. Ik ben ook weleens verschrikkelijk slecht gegaan tijdens de opnames, maar als die er opzitten staat er een heel team klaar om mij op te vangen.” De dag na de opnames moet Bastiaan verplicht thuisblijven van de redactie om zijn rust te pakken. “Ik houd de redactie dan de hele dag op de hoogte van hoe het gaat. Zo’n dag thuis kan soms wel eenzaam zijn, maar er komen dan ook vaak vrienden langs zodat ik niet de hele tijd alleen ben.”
Zoals Bastiaan eerder al aankaartte, kan het gebruiken van drugs ook helemaal misgaan. Fanatieke kijkers van Drugslab kunnen zich het vast nog wel herinneren: Bastiaan die kotst na het gebruiken van LSA-zaden uit Hawaii. “Ik vond dat echt wel lastig, omdat het natuurlijk allemaal online komt. We besluiten dat wel altijd gewoon online te zetten, omdat het er blijkbaar bij hoort en dat moeten we ook laten zien. Wat niet online komt, zijn de fragmenten waarin ik in een trip heel persoonlijke dingen vertel. Bijvoorbeeld over mijn seksleven”, lacht hij. “Dat mag er écht niet in!”
In eerdere interviews geef je aan dat DMT de grootste indruk op je heeft gemaakt, hoe zit dat?
“De werkzame stof die in deze drug zit, geeft een gevoel vrij dat je normaal alleen hebt wanneer je geboren wordt of wanneer je komt te overlijden. Wanneer je DMT rookt, geef je dat gevoel helemaal de vrije loop en ga je naar de kern van je lichaam. Je bent vijf minuten lang helemaal weg van de wereld. Om mij heen zag ik een onbeschrijfelijke oranje kleur, waarin ik steeds verder afdaalde.” Een bijzonder moment, vindt Bastiaan. “Ik heb van die ervaring geleerd dat ik bezig moet zijn met dingen die mij gelukkig maken en geen aandacht moet schenken aan de negatieve kanten van het leven. Aan het eind van de trip dacht ik: ‘Dit is zo ziek, dit maak ik nooit meer mee’.”
In zijn privéleven gebruikt Bastiaan niet vaak drugs, maar één bepaalde vakantie was uitzondering op de regel. “Ik was op Bali en daar heb ik paddo’s gebruikt. Daar ging ik echt heel erg slecht op. Het is eigenlijk wel grappig dat je maandelijks drugs test voor je werk en dat het in je vrije tijd verkeerd gaat. Maar goed, ik had zo’n heftige trip. Op een gegeven moment was ik een hele tijd over mijn eigen hand aan het strelen. Toen mij gevraagd werd wat ik precies aan het doen was, antwoordde ik met: ‘Likes aan het uitdelen’”. Hij besluit rondjes te lopen over het strand en kuilen te graven in het zand. “Tot slot zag ik de kledingkast aan voor badkamer. Ik heb heel lang vragend om me heen staan kijken, want waar was die douche nou opeens gebleven? Achteraf kan ik er wel om lachen, maar ik ben er in ieder geval zeker van dat ik dit nooit meer ga doen. Het was een wijze les.”
Ben je bang dat je in de afgelopen jaren een bepaald imago hebt opgebouwd?
“Bij andere presentatoren die drugsprogramma’s hebben gepresenteerd, zag je dat ze best veel moeite hadden om hun imago te veranderen. Mijn moeder waarschuwde me daar ook voor.” Bastiaan is daar nu al druk mee. Voor BNNVARA is hij bezig met een productie over zijn persoonlijke problemen die ook voor anderen een probleem zouden kunnen zijn, maar waar nauwelijks over wordt gesproken. Hiermee wil hij ook afstuderen aan de HvA. “Met deze productie wil ik een signaal afgeven dat je er niet alleen voor staat. Omdat het zo’n persoonlijk verhaal is, wil ik graag de regie in handen hebben. Ik ben van A tot Z betrokken bij het productieproces. Het is best spannend om mezelf op deze manier bloot te geven. Als mensen kritiek hadden op Drugslab, was dat vooral op het format en niet op mij als persoon. Op- of aanmerkingen op dit project voelen toch meer als een persoonlijke aanval.”
Je werk bij Drugslab zit erop, wordt drugsgebruik vanaf nu je guilty pleasure?
“Nee, zeker niet! Het is echt klaar, want onze taak is voltooid. Ik gebruikte in mijn vrije tijd al niet zo vaak iets, dus dat ga ik nu ook zeker niet doen.” Veel liever ligt Bastiaan gewoon op de bank, kijkend naar de meest foute televisie die er is. “Ik hou echt van reality-tv. Dat gaat helemaal terug tot 2010 met het eerste seizoen van Oh Oh Cherso. Het gaat zelfs zo ver dat ik Wikipediapagina’s bezoek, alle spin-offs bekijk en ieder personage volg op Instagram. Sharon en Esmee van Ex on the Beach vind ik bijvoorbeeld echt fantastisch. Toen ik laatst met een huisgenoot voor de vijfde keer alle afleveringen van Ex on the Beach aan het kijken was, schaamde ik me wel een beetje. Het komt namelijk wel echt heel dom over.”
Of hij nog wel af en toe in het uitgaanscircuit te vinden is? “De katers worden op mijn leeftijd steeds heftiger, dus ik ga niet meer zo vaak uit. Ik ben nu 26, over een paar jaar passeer ik de dertig en dat is best wel confronterend. Als ik écht dertig ben, ga ik helemaal burgerlijk doen.”
Tekst: Chiel Bareman, Beeld: Geke Bosch