Koken met Luc Boelen
Het knusse keukentje van het ouderlijk huis van journalistiekstudent Luc Boelen (19) vormt een sfeervol contrast met de druilerige wolken buiten. Op het menu staat een lunch, helemaal á la Luc.
Ik wijs grinnikend naar een spatel met een gat in de vorm van een muzieknoot in het midden. Typisch Boelen; Lucs vader is muziekdocent. Hij zit op de bank in de woonkamer, gezellig naast Lucs zus. De rest van de woonkamer ligt vol met verftubes, kwasten en grote vellen papier met allerlei felle kleuren erop. Daar is Lucs broer druk mee in de weer. In het kader van deze creativiteit starten wij ook met onze middagactiviteit: lekker even kokkerellen. “Het is lang geleden dat ik dat heb kunnen doen, door semester GO”, vertelt hij, “maar ik wil het absoluut weer meer doen!”
VERWENNEN
Op het aanrecht liggen de meeste ingrediënten al uitgestald: verse tagliatelle, een gesneden groentemix met prei, champignon en ui (400 gram), kookroom en een bakje gerookte zalmsnippers. “Een beetje prijzig wel”, erkent Luc, “maar ik vind dat je jezelf af en toe mag verwennen!”
De eerste stap is het koken van 125 gram pasta. Terwijl die pan rustig pruttelt, doe je wat olie – “niet te veel!” – in een grote pan en bak je de groentemix. “Ik doe wel gewoon alles”, zegt Luc. “Te veel voor ons twee, maar ach… Dan maken we gewoon wat meer.” Stap drie is het toevoegen van 100 ml kookroom. Daarmee wordt het geheel lekker… nou, ja. Romig. Wanneer je de pasta hebt afgegoten, mag je deze meteen in de pan met de groenten laten glijden.
Het zou kunnen dat je er dan achterkomt dat je een te kleine pan hebt gepakt voor het geheel – althans, dat gebeurde bij ons. We voegden daarom spontaan een stap aan ons recept toe: “Verplaats het geheel naar de allergrootste wokpan die je hebt.” Daarna mogen de zalmsnippers erbij en tot slot wat peper en zout. “Dat hoeft volgens het recept niet, maar ik doe het wel altijd. Heb ik vanuit huis meegekregen, haha.” Eigenlijk is het gerecht zo simpel dat ik alleen maar een beetje toe kijk en thee zet. Luc vindt dat gelukkig niet erg en zegt: “Weet je, een gerecht hoeft natuurlijk niet moeilijk te zijn om lekker te zijn.”
STAMPPOT
Tijdens het eten, dat ernstig goed gelukt is, praten we onder andere verder over het onderwerp ‘voedsel’.
“Ui of knoflook?”, vraag ik.
“Ui”, antwoordt Luc snel. “Van knoflook stink je de volgende dag zo uit je bek.”
“En wat is je favoriete keuken?”
“Italiaans, denk ik. Maar ik kan de Hollandse keuken ook wel waarderen.”
“Oh, dus stamppotten enzo?”
“Uhm, nee. Die juist niet. Boerenkool, andijvie stamppot, zuurkool – die naam zegt het al. Sinds kinds af aan krijg ik daar kotsneigingen van.”
FAMILIE
Als onze borden eenmaal leeg zijn, verklapt Luc dat hij nog een verrassing heeft: “Ik heb ook een toetje!” We duiken opnieuw de keuken in. “Ik heb het nog nooit gemaakt”, zegt Luc terwijl hij een paar simpele ingrediënten klaarzet. Ik kende het ook niet. 500 gram Italiaanse ricotta, 100 gram kristalsuiker, een mespunt kaneel en 30 milliliter net-gezette espresso. Precies op die volgorde doen we alles in een grote kom. Even door elkaar mengen met een garde – ofwel: even je arm trainen – en voilá!
Het dikke mengsel verdelen we bijna op in twee grote glazen – achteraf een beetje te veel. We toppen het af met wat en cacaopoeder en… “Jeetje, dit is écht heel erg lekker”, zeggen we allebei na de eerste hap. We noemen het meteen een succes nummertje en laten Lucs vader een hapje proeven. Hij keurt het goed met grote ogen, een glimlach en een paar knikjes. Tegen de tijd dat ik weer naar de deur loop – mijn broek past nog maar net dicht – is het al richting 15.00 uur. Lang heeft Luc echter niet om bij te komen. Die avond moet hij toetje opnieuw maken, maar dan nu voor zijn familie.