Het gesprek… Jurre Geluk
Een festival pakken, naar de kroeg gaan en een van de meest succesvolle Nederlandse programma’s presenteren. De afgelopen twee jaren met het coronavirus maakte het niet heel makkelijk om dat te doen, maar Jurre geluk (30) is weer volledig op dreef. We zijn uitgenodigd in zijn prachtige Amsterdamse appartement om er uitgebreid over te praten.
Tekst: Iris van Ree & Cristian Turien, Beeld: Emanuelle Deckers
Je woont al een tijd in Amsterdam, waar kom je vandaan?
“Ik ben geboren en getogen in Veenendaal, dat is een super gereformeerd dorpje. Hoewel ik nooit gepest ben, heb ik daar niemand gevonden waar ik enigszins op lijk. Voor mijn gevoel was die wereld daar heel klein, dus ik wilde zo snel mogelijk weg uit Veenendaal. Ik ben daarom op mijn zeventiende al naar Amsterdam verhuisd.”
Wat gaf jou het gevoel dat je anders was dan de rest?
“Ik heb altijd al op dansen gezeten en op de basis- en middelbare school deed ik musicals, dus ik was al wat extraverter dan de rest. Toen ik naar dansschool Lucia Marthas ging, ontmoette ik ineens allemaal mensen die op mij leken.
En ik ben gay, dus vooral in een dorp als Veenendaal ben je dan al gelijk anders. Ik ben in Amsterdam uit de kast gekomen. Niet omdat ik dat in Veenendaal niet durfde, maar ik was daarvoor nog nooit verliefd geweest op een jongen. Mijn moeder heeft wel heel vaak ‘het gesprek’ met me gevoerd. Dat vond ik irritant, omdat ik destijds een vriendinnetje had waar ik super verliefd op was.
In het tweede jaar van mijn HBO-opleiding werd ik verliefd op mijn eerste vriendje. Met hem heb ik zes jaar een relatie gehad en ook samengewoond. Mijn coming-out voelde als een nieuw begin. Ik dacht: ‘Als ik nu deze woorden ga uitspreken, dan betreed ik de wondere wereld van het homoseksuele leven.’ Ik vond dat heel spannend. Ik wist dat iedereen anders naar me zou kijken, kinderen krijgen gaat lastig worden en hoe moest ik nu hand in hand gaan lopen? Maar tegelijkertijd viel alles ook op z’n plek en het leek alsof de rest van mijn familie zat te wachten tot dit moment zou komen.”
Zes jaar is een lange tijd, hoe zag je liefdesleven eruit toen die relatie was uitgegaan?
“Toen mijn relatie met hem was afgelopen, ben ik ongeveer anderhalf jaar vrijgezel geweest. Ik dacht ook echt: ‘Nu ga ik het ervan nemen. Ik was heel chill met mijn seksualiteit en ik wilde pompen, verloren tijd inhalen.’ Ik heb toen echt zoveel geneukt in anderhalf jaar tijd. Ik had bijna drie à vier dates in de week. Ik was niet per se op zoek naar alleen maar one-night stands. Mijn gedachte was altijd: als jij mijn prins op het witte paard bent, dan gaan we ervoor. Maar ja, ik ging ook met iedereen naar bed. Ik vond het echt geweldig.
In die anderhalf jaar tijd zat ik veel op dating apps, zoals Grindr en Happen. Via Happen ben ik op een gegeven moment Dirk tegengekomen. Na die date met Dirk dacht ik: ‘Ja, dit is wifey material.’ Wat ik heel erg leuk aan hem vond, was dat hij heel rustig en puur was. Hij had een soort onbevangenheid. Ik was echt opslag verliefd.
We hebben toen een maand gedate en daarna had hij mij gevraagd om een relatie. Wat ik best snel vond gaan. Maar ik dacht: ‘Let’s go. Ik wilde hem niet laten lopen.’ Inmiddels hebben we vijf jaar een relatie en ik heb hem in maart gevraagd om met me te trouwen!”
Wauw gefeliciteerd! Hoe is dat gegaan?
“Ik had al een jaar het idee om Dirk ten huwelijk te vragen. Ik wilde dat doen als we gewoon met z’n tweetjes op vakantie waren. Voordat we op vakantie naar Mexico gingen, heb ik het aan mijn ouders verteld en ben naar zijn ouders gegaan om zijn hand te vragen. Ik heb hem op vakantie in Mexico gevraagd en hij schrok zich helemaal de tyfus. Echt de grond zakte onder zijn schoenen vandaan. Maar ik zag aan hem dat hij het wel heel erg leuk vond en hij was zo verrast. Hij zei heel snel ja!”
De meeste mensen kennen je van programma’s van BNNVARA, hoe ben je daar terecht gekomen?
“Ik werk nu vijf jaar bij BNNVARA en ik ben daar binnengekomen middels een opleidingstraject, dat heet BNNVARA Academy. Daar heb ik drie keer audities voor gedaan, bij de derde keer ben ik aangenomen. Ik kom van een musical opleiding af en ik was al best gewend aan audities doen. Op die opleiding was het echt gewoon zoveel mogelijk audities doen en hopen dat het er één wordt. Daar had ik me heel erg op ingesteld, dus met die BNNVARA auditie dacht ik: ‘Fuck it, ik probeer het gewoon.’
Tijdens de eerste auditie was ik echt totaal niet mezelf. Ik had al het een en ander gehoord over die BNNVARA Academy audities en ik dacht dat ik echt mijn fucking anus moest laten zien en dan pas zou ik doorgaan. Dus ik was heel choquerend aan het doen en ik ben van mezelf al wel makkelijk en open-minded, maar toen legde ik daar wel heel erg de nadruk op.
De derde keer was ik wat ouder, mijn relatie was net uitgegaan en ik dacht: ‘Jullie nemen me maar zoals ik ben.’ Dat heeft toen voor mezelf zoveel rust gezorgd en daardoor ben ik denk ik verder gekomen.”
Je hebt al behoorlijk wat bekende titels op je naam staan: Spuiten en Slikken, Jurre’s Date, De Seksmobiel, 3 op Reis Midweek, YOUNG DWDD en Je Zal Het Maar Hebben. Wat is voor jou een hoogtepunt geweest?
“Dat was toen ik bij de directie van BNNVARA werd geroepen of ik Je Zal Het Maar Hebben wil presenteren. Ik zat toen pas een jaar bij Spuiten en Slikken. Dat was zo bijzonder. Ik moest Tim Hofman overnemen en ik dacht eigenlijk: ‘Jezus, hoe ga ik dat ooit doen?’ Ik vond het echt doodeng en ik had heel erg het gevoel dat ik er niet klaar voor was. Maar ik voelde me zo vereerd dat ik zo’n vertrouwde en bekende titel van het bedrijf mocht presenteren.”
Waarom vond je het zo spannend om Je Zal Het Maar Hebben te presenteren?
“Bij Je Zal Het Maar Hebben is humor heel belangrijk. Dat vond ik in het begin erg spannend. Ik dacht ja, dan ga ik grapjes maken over iemand die helemaal verbrand is. Hoe weet je nou hoe ver je kan gaan? Dat is in de jaren heel erg gegroeid. Ik ben daar nu zo vertrouwd mee dat het heel chill voelt altijd. Ik denk dat ik iedere draaidag wel een paar keer te ver ga. Maar ik denk dat als men weet dat het uit een goed hart komt en ze weten dat je ze niet omlaag wil halen, dan staat vragen vrij. Als ik merk dat iemand een vraag niet leuk vindt, dan doen we er vooral niks mee en dan gaan we gewoon lekker door naar de volgende vraag. Het is heel erg aftasten in die zin. Bij de één kan je super ver gaan en alles vragen. De ander wil minder van zichzelf blootstellen en dat snap ik ook heel goed, want je bent met je kop op televisie over iets wat je hebt.”
Je bent een tijdje geleden 30 geworden. Dat is toch wel een mijlpaal, hoe voelt dat?
“Het voelt eigenlijk niet echt als een mijlpaal, maar als 20 mensen het vragen voel ik me toch opeens best oud. Ik snap best dat het voor veel mensen wel een groot ding is, maar voor mij valt dat allemaal wel mee. Ik had het altijd meer in mijn hoofd bij 32 jaar, want dat is altijd al de leeftijd geweest dat ik kinderen wil. Dus voor mijn gevoel heb ik nog twee jaar. Dat getal, 30, is ook wel ouder dan dat ik me voel. Als ik me dan bedenk dat ik 30 ben en nog bij Spuiten en Slikken zit, denk ik soms wel: ‘Is het niet straks op een gegeven moment klaar?’ Ik voel me in mijn hoofd ook nog wel een beetje 24/25 jaar oud.”
We hebben nu twee jaar lockdown achter de rug, hoe was die periode voor jou?
“Het was best wel een periode dat ik even kon resetten, omdat het ineens zo snel ging dat we thuis zaten en niks meer mochten doen. Toch scheelde het wel enorm dat mijn werk voor het grootste deel gewoon doorging, dus dat heeft mijn ass wel echt gesaved. Ik kon gewoon nog naar buiten gaan en dingen doen. Ik ben me er ook wel van bewust dat ik wel wat wilde jaren achter de rug heb. Dus wanneer ik dan op de bank lag, dacht ik: ‘Tja, ik ben al zo vaak naar de tyfus gegaan.’ Dat hielp dan toch wel om mezelf een goed gevoel te geven. Maar nu we weer dingen kunnen, merk ik wel weer hoeveel geluk het geeft om toch wel weer op een nieuwe plek te staan waar ik niemand ken.
Er waren ook zeker zware momenten, waar ik het wel heel moeilijk vond dat alles weg was gevallen. In die momenten bedacht ik me dan dat ik veel mensen ken die het veel zwaarder hadden. Mensen die geen werk meer hadden of hun huis uit moesten omdat ze geen geld meer over hadden. Ik had het idee dat het moeilijker voor hen was, dan voor mij. Dat gaf me wat meer rust in mijn hoofd. Dirk en ik hadden ook het geluk dat ik net een vast contract had, waardoor wij wel die extra zekerheid hadden. Ik probeerde er eigenlijk vooral zoveel mogelijk te zijn voor mijn vrienden, dus voor mij was die periode minder zwaar.
Het was wel heel lastig om opeens de hele dag samen met Dirk samen te zijn. Normaal zijn we allebei gewend om veel de deur uit te zijn: ik om te draaien en Dirk zit zelf ook in de mediawereld, dus die is ook veel weg. Opeens zat ik dan de hele dag op de bank, omdat ik geen draaidag had en zat hij dan de hele dag keihard te editen. Het verschil was dus heel groot, waardoor het toch wel een beetje lastig werd.”
Hoe hebben jullie er samen voor gezorgd dat het na zo’n lange, lastige tijd gezellig blijft?
“Wat we doen is dat wanneer we het idee krijgen dat we elkaar een beetje uit het oog verliezen, dat we dan om de week een date day houden. Als we niks zouden doen, dan gebeurt er ook letterlijk niks. Dus we moeten wel echt moeite doen om het leuk te maken voor elkaar. Die avond bedenkt één van ons wat we gaan doen en wat we dan gaan koken. Daardoor blijkt het toch leuk en spannend. Op zulke dagen kijk ik naar Dirk en dan denk ik: ‘Je bent wel echt heel erg leuk.’ En dan komt dat gevoel weer helemaal terug.”