STUDENT EN… FOMO

‘Kom je mee uit vanavond?’ zie je op je scherm verschijnen terwijl deze oplicht. Twijfel overvalt je. Afgelopen twee dagen ben je ook al uitgegaan en je hebt eigenlijk zin om lekker in bed te liggen… Maar wat als je een leuke avond mist? Wat als er iets belangrijks of geks gebeurt waar je vrienden het nog weken over zullen hebben? ‘Ja, gezellig’, reageer je dan. Journalistiek student Nomi Princen (19) herkent deze situatie uit duizenden en spreekt zich uit over FOMO.

Tekst: Eva Metselaar, Beeld: Emanuelle Deckers 

FOMO
(neologisme)
(Engels) (the) fear of missing out; angst om bepaalde informatie te missen of om ergens niet bij te horen; angst om iets te missen.

GEEN GOEDE REDEN

“De eerste keer dat ik mijn FOMO opmerkte was twee jaar geleden, er was toen een feest op een avond dat ik niet kon maar al mijn vriendinnen wel.” begint Nomi. “Op social media zag ik allemaal video’s van die avond en ik merkte voor de eerste keer een naar gevoel opkomen. Ik merkte dat ik er heel graag bij wilde zijn en zelfs bang was dat iedereen er op school over zou hebben, terwijl ik het had gemist.” Wat de reden was voor haar afwezigheid? “Ik was heel moe en ik mocht volgens mij ook niet van mijn ouders, eigenlijk een hele normale reden, maar in mijn hoofd was dat niet goed genoeg. Ik had alsnog kunnen gaan.” De journalistiek studente kijkt bedenkelijk als er wordt gevraagd wanneer een reden dan wél goed genoeg zou zijn, voor haar hoofd. “Als ik al een andere afspraak heb staan denk ik. Laatst heb ik nog een feestje moeten afzeggen omdat mijn vader jarig was, ja, dat is een goede reden. Al heb ik dan nog steeds last van FOMO.” Deze constante drang om overal bij te zijn eist soms ook lichamelijk een tol van Nomi, maar dat neemt ze voor lief. “Ik wil gewoon overal bij zijn, het maakt voor mij niet meer uit wat het dan fysiek of mentaal met mij doet. Ik moet er gewoon bij zijn.”

PRATEN

FOMO is al een tijdje bijna geen taboe meer onder onze generatie. Ook Nomi merkt dat, “Ik praat er veel over met mijn vrienden en ik vind ook dat het besproken moet worden. Iedereen heeft er in een zekere mate last van.” Sommige personen ervaren zulke erge FOMO dat zij ervoor in therapie gaan, dit is voor Nomi niet het geval. “Op dit moment ervaar ik nog niet zoveel consequenties omdat ik nog bij mijn ouders woon. Ik ben bang dat zodra ik op mezelf ga wonen dat ik niemand meer heb om mij tegen te houden en dan te ver over mijn eigen grenzen ga.” Nomi is namelijk snel moe en heeft een feest limiet van twee dagen achter elkaar. Als ze op zichzelf zou wonen zou ze misschien haar lichaam negeren als deze aangeeft dat ze moe is en eigenlijk thuis zou moeten blijven, herkenbaar?

SUPPORT VAN VRIENDEN

Nomi’s FOMO uit zich vooral als ze thuiszit en daadwerkelijk niet kan gaan. “Dan begin ik mij een beetje verdrietig te voelen en ben ik bang dat iedereen erover gaat praten in de zin van ‘ah wat jammer dat je er niet was’. Al zijn mijn vrienden daar wel heel lief in. Ze weten dat ik snel FOMO heb en zeggen soms ook tegen mij dat het juist goed is als ik even thuis blijf.” Dat haar vrienden van haar FOMO weten kwam eigenlijk door een grapje tot stand. “Ik grapte een keer over FOMO en toen reageerde een vriendin van mij met ‘oh, heb jij daar ook last van?’ Het is heel fijn om vrienden te hebben die er rekening mee houden.” Nomi raadt dan ook zeker aan om het met je vrienden erover te hebben en eventueel samen elkaar af te leiden van FOMO. “Er was laatst een groot feest waar twee vriendinnen en ik niet heen zijn gegaan omdat we allemaal moe waren, maar toen zijn we wel samen gaan chillen op een rustige manier en dat werkte heel erg goed.” 

ANGST

De grootste angst zit hem in buitengesloten te worden. “Als mijn vrienden bijvoorbeeld een dagje gaan shoppen en ik ga dan niet mee, ben ik bang dat ze dan vervolgens mij niet meer meevragen.” Het zit dus niet alleen in de feestjes. FOMO uit zich in verscheidene onderwerpen in Nomi’s leven. “Als je er zo over nadenkt is het eigenlijk ook onzin, maar zeg dat maar tegen mijn hoofd op dat moment.” FOMO is dus niet alleen bij feestjes of uitjes maar kan ook carrière-wise FOMO ervaren. Als iemand waarvan jij denkt gelijken te zijn, eerder een bepaalde baan of opdracht landt. Iemand waar je bijvoorbeeld bij in het eerste jaar van je studie hebt gezeten of één van je vrienden.

MEE OM LEREN GAAN

“Ik heb al een tijdje FOMO en ik heb wel het gevoel dat ik er steeds beter mee om kan gaan.” begint Nomi. “Door zo vaak op mijn bek gaan, door zo vaak over mijn eigen grenzen gaan heb ik geleerd wanneer ik echt niet meer kan. En dus écht nee moet zeggen. Uiteindelijk dacht ik bij mijzelf ‘dit wil ik niet meer’, dan ga je er beter opletten.” Het gaat in kleine stappen maar de eerste stap is toch echt het bewust worden van je eigen FOMO. Dat is iets wat Nomi zeker al onder ogen heeft gezien. “Ik ben steeds meer gaan letten op mijn lichaam en hoe deze op bepaalde situaties reageert. Ik vind het heel stom dat ik FOMO heb en het liefst zou ik mijn grenzen willen trekken en daar verder niet slecht over hoeven voelen, maar dat is helaas niet zo en soms moet je ook over je eigen grenzen gaan om überhaupt te weten dat de grens daar zit.” Het is niet erg om soms aan je FOMO toe te geven maar doe het niet elke keer.