De kledingkast van… Noa Heringa
De kersverse journalistiekstudent Noa Heringa (18) woont sinds september op kamers in Utrecht. 90% van haar op-Marktplaats-gescoorde kledingkast bestaat uit tweedehands pareltjes. “En misschien is het ook wel meer… Ik kan me in ieder geval niet heugen wanneer de laatste keer was dat ik écht wat nieuws heb gekocht.”
Tekst: Sanne Bakker, Beeld: Nygel Libiee
Net klaar met haar les loopt Noa zowel opgewekt, als een beetje gaar de trappen van de Heidelberglaan 15 af. We bestellen thee bij MAMS en kletsen over haar outfit: een gele coltrui en flared jeans met grote sterren in plaats van achterzakken. “Ik hou me eigenlijk nooit vast aan één bepaalde stijl,” zegt Noa terwijl ze haar mouwen rechttrekt. “Ik draag gewoon wat ik leuk vind. De ene dag zie ik er uit als een omaatje met een coltrui en antieke oorbellen, maar de andere dag trek ik een hippe blouse aan.” Wanneer we met onze theetjes een fijne plek bij het raam hebben gevonden, beginnen we ons ‘serieuze’ gesprek.
Ik ben benieuwd: hoe ziet jouw kledingkast eruit? Is het een ontplofte bende of een georganiseerd systeem?
“Nou, zeker geen ontplofte bende. Ik heb alles mooi opgevouwen of opgehangen. Mijn kledingkast zit ook niet heel erg vol, omdat ik zeer selectief ben met wat ik mijn kast houd. Ik heb namelijk een regel: als ik iets langer dan drie maanden niet heb gedragen, kan ik er beter iemand anders blij mee maken. Dan zet ik het op Vinted, mijn minibaantje.”
Waar komt jouw liefde voor tweedehands kleding vandaan?
“Ik hou erg van goede merken en goede kwaliteit. 100% kasjmier, 100% wol, linnen… Maar daar zit natuurlijk wel een prijskaartje aan. Als uitwonend student word ik daar niet heel blij van, dus als ik een leuk kledingstuk van goede kwaliteit zie op Vinted of in de kringloopwinkel, waarom zou ik het dan laten liggen? Daarnaast draag ik sinds kinds af aan al tweedehands kleding, die kocht mijn moeder voor me, al was het toen nog helemaal niet hip. Maar ik snap heel goed dat ze dat deed: kinderen groeien toch zo snel uit hun kleren.”
Wat is je gouden tip voor mensen die ook goede en leuke tweedehands kleding willen scoren?
“Ik heb er eigenlijk twee. Allereerst: ga naar de IJhallen in Amsterdam, daar is enorm veel. Ik ga daar bijvoorbeeld vaak heen om inkopen te doen voor mijn Vinted. En tip twee: als je gaat, ga vroeg! Een early bird ticket kost wel iets meer, maar dan zijn alle pareltjes er nog. Dan heb je absoluut de meeste kans op slagen.”
Speelt duurzaamheid eigenlijk een rol in jouw keuze voor tweedehands?
“Zeker. Ik ben tegen fast fashion: vreselijke kwaliteit, erge arbeidsomstandigheden en slecht voor het milieu.”
Hoe belangrijk is duurzaamheid verder in je leven?
“Nou, ik merk dat nu ik op kamers woon, ik er onbewust dagelijks wel mee bezig ben. We recyclen ons afval en ik eet maximaal twee keer per week vlees. Dat is veel minder dan een tijdje geleden, want bij mijn ouders thuis aten we het vrijwel elke dag. Mijn vader is een echte ‘vleesman’ en tja… als je nog thuis woont, eet je wat de pot schaft.”
Ik zie trouwens nu pas dat je een lekker gekleurd rokje hebt meegenomen, wat leuk!
“Ja klopt! Dit is mijn favoriete tweedehands kledingstuk. Het is een soort van Schots rokje, van Ralph Lauren. Gekocht op de IJhallen voor een tientje, maar het originele prijskaartje zat er nog op. Weet je, ik heb ‘m eigenlijk niet heel vaak aan, want het is best buiten mijn comfort zone.”
Waarom heb je het dan toch meegenomen vandaag?
“Het is gewoon lekkers anders. Niemand heeft dit en dát vind ik zo leuk aan tweedehands. Daarnaast probeer ik mezelf vaker buiten mijn eigen bubbel te schoppen. Bijvoorbeeld in mijn tussenjaar, toen ik als au pair in Frankrijk – waar trouwens ook hele leuke antiekmarkten zijn – ging werken. Ik twijfelde eerst of ik dat wel moest doen, maar uiteindelijk heb ik er geen moment spijt van gehad. Ik heb er onder andere van geleerd om voor mezelf op te komen.”