Hoe overleef ik: grensoverschrijdend gedrag

Sinds de beerput over grensoverschrijdend gedrag door The Voice is opengegaan, staat het bespreekbaar maken van grensoverschrijdend gedrag centraal. Iets wat voor veel mensen niet onbekend is. Ik sprak met CMD-student Julia Arts (24) over haar verhaal. Ik ben een persoon die dingen heel snel goed wil praten, dus dan doe ik alsof het niet heel erg is wat mij is overkomen. Hopelijk doe ik dat vanavond niet.”

 

Tekst: Iris van Ree, Beeld: Emanuelle Deckers. 

 

ER KLOPTE IETS NIET

Julia komt met een brede glimlach het restaurant binnen wandelen. Tijdens ons gesprek laat ze al merken dat ze erg sociaal is. Als we een serieuzer onderwerp aansnijden, verandert de houding van Julia direct. “Ik vind het best gek en spannend om hierover te praten. Nu ik het uitspreek, wordt het ineens realiteit.”

Twee jaar geleden werkte Julia bij een koffiebar in Utrecht. Een klein, maar gemoedelijk bedrijf met weinig werknemers. Ze moest dan ook vaak werken met haar baas, die in de vijftig was, en met zijn vrouw. “Ik kan me nog goed herinneren dat ik al snel een klik had met mijn baas. Hij was erg sociaal en flirterig, en ik ook.” 

 

Het gedrag van de baas van Julia veranderde gedurende de tijd. “Ik merkte gevoelsmatig dat er iets niet klopte. Hij ging steeds langere knuffels geven en ongepaste opmerkingen maken. Als ik dan vertelde dat ik op zoek was naar een kamer in Utrecht, zei hij dat ik wel tussen hem en zijn vrouw in kon liggen.

Hij vond het ook reuze interessant dat ik op vrouwen val. Daar wilde hij van alles over weten: ‘Eet je dan van beide wallen? Hoe werkt dat dan?’, vroeg hij wel eens aan me. Ik kon toen alleen maar met humor antwoorden. Ik hoorde wel wat hij zei, maar ik twijfelde toch over de ware intentie van zijn vragen. Bedoelde hij dat nou als grap of was hij serieus?”

 

“Na een drukke werkdag stond ik bij de vaatwasser en waren we rustig in gesprek. Ik zag dat hij steeds dichterbij kwam. ‘Zie ik dat nou goed? Gebeurt dit echt?’, dacht ik. Toen ik zag dat hij naar me toe leunde, en als vrouw zijnde voel je dat, ben ik zo snel mogelijk als ik kon weggegaan voordat hij iets kon doen.” 

 

Nu ik het uitspreek, wordt het ineens realiteit.

 

OP ZOEK NAAR BEVESTIGING 

“Vrijwel direct heb ik over de situaties met mijn baas aan mijn omgeving verteld. Mijn ongeloof over de situatie werd op deze manier werkelijkheid. In mijn gedachten speelde de vragen als ‘is het echt zo erg?’ en ‘waarom vind ik dat het wel meevalt?’. Vaak probeerde ik het ook voor hem goed te praten. ‘Hij bedoelde het vast niet zo’, dacht ik. Mijn vrienden lieten mij toen de ernst van de situatie inzien en in wat voor grijs gebied ik mij bevond. Een grijs gebied omdat ik zelf vaak heb getwijfeld of het wel grensoverschrijdend gedrag was.”

 

“Door de opstapeling van onveilige momenten heb ik op een gegeven moment besloten ontslag te nemen, toen ik er genoeg vertrouwen in had dat het de juiste beslissing was. In de loop van mijn tijd daar heeft hij mij op een ongepaste manier aangeraakt. Net even die hand te lang op je schouder, net iets te dichtbij op je heup, net iets te veel buiten mijn comfortzone. Ik dacht vooral: ‘wat een vuile viezerik!’.”

 

“Ik heb de kleding, de sleutels en andere spullen nog steeds. Ik heb nooit tegen hem gezegd waarom ik ontslag heb genomen. Volgens mij dacht hij dat het ergens anders aan lag. Ik heb het nooit met hem gedeeld, omdat ik het gevoel had dat het zijn woord tegen het mijne was. Ook realiseerde ik pas later de ernst van de zaak. Op het moment dat het gebeurde voelde ik vooral verwarring en verbijstering over wat er gebeurde. Mijn tegenreacties resulteerde in een vorm van humor om ermee om te gaan. Diep van binnen deed het daadwerkelijk wel iets met mij. Daar moest ik niet om lachen, zoals van buitenaf wel te zien was. Daarom vond ik het lastig om er achteraf iets van te zeggen.”

 

 

“WAAROM HEB JE NIET IETS GEZEGD?”

“Op zo’n moment kan je drie dingen doen: vluchten, bevriezen of vechten”, zegt Julia. “Als buitenstaander kun je zeggen: ‘waarom heb je niet iets gezegd?’ Maar toen het gebeurde bevroor ik en was het al gebeurd voordat ik iets kon zeggen. Wat bij mij heeft geholpen om het te verwerken, was om over mijn gevoel te praten en (h)erkenning bij andere mensen zoeken die ook zoiets hebben meegemaakt. Dat gaf me een gevoel dat ik er niet alleen voor stond.”

 

“Ik zou graag mee willen geven aan anderen dat ik ook heel lang in het grijze gebied heb gezeten, maar dat dat dus niet te definiëren is bij één specifiek opgestelde norm. Die norm van wat je wel en niet fijn vindt daar heb je het recht op om dat zelf te bepalen. Ik zou tegen iedereen die het verhaal leest willen zeggen dat wanneer het onderwerp op tafel komt, zorg dan dat er een veilig omgeving is om het erover te hebben. Met als tip: stel open vragen, daarmee is de kans dat je iemands schuldgevoel naar zichzelf versterkt minder groot.”