U spot… Jester

Met een zwarte hoed en een groot leren jack komt Jester van Schuylenburch in cowboyboots aangelopen. Een wat ruigere stijl die perfect past bij de bruin cafeetjes van Utrecht. De vierdejaars journalistiek student neemt ons mee naar zijn favoriete bruin cafés in Utrecht. Het is volgens hem belangrijk dat we deze hebben, want hij las laatst een artikel in het NRC dat ze in Amsterdam uitsterven. Terwijl, volgens Jester, een bruin café de perfecte plek is om gezellig met vrienden te borrelen, te lachen en mooie gesprekken te voeren.

Tekst: Evy Rijshouwer, Beeld: Nygel Libiee

KROEGBABY

We beginnen onze mini-kroegentocht bij Café DeRat: “Ik vind het leuk dat dit café een klassiek bruin café is,” vertelt Jester. Het café maakt gebruik van veel donkere tonen, zoals bruin en rood. Overal om je heen is hout: van de bar, het plafond tot aan het meubilair. Zoals vele bruin cafés heeft ook Café DeRat unieke decoratie. Passend bij de naam hangen er naast de bar allerlei schilderijen van ratten. “Het is heel klein en daardoor ook gelijk heel persoonlijk”, legt Jester verder uit. Dat het klein is zorgt ervoor dat ook de medewerkers je snel herkennen. Dat gebeurt vaak bij bruin cafés en maakt het volgens Jester nóg leuker. Volgens hem is het café ook uniek door de twee katten: “Ze heten Stip en Josephine en die zijn heel schattig, want je kan ze ook aaien.” Jester geeft aan dat bruin cafeetjes vooral leuk zijn als je niet elke keer per se uit wil gaan of wanneer je het grote basic gedeelte zoals bijvoorbeeld de Neude, al hebt gezien. Al is de liefde voor bruin cafeetjes heel vroeg bij hem begonnen, voordat hij überhaupt wist wat uitgaan en de Neude was. “Mijn ouders namen mij altijd mee naar een café als ze zelf wilden drinken, ze hebben elkaar daar namelijk ook ontmoet. Ik was een echte kroegbaby.” Zo vertelt Jester hoe zijn liefde voor bruin cafeetjes er onbewust met de paplepel in is gegoten. “Ze werkten allebei in een kroeg en als ze tegelijk moesten werken, of ze kwamen langs, dan was ik er natuurlijk ook bij.” Al gaat hij nu niet meer met zijn ouders naar bruin cafés, borrelt hij er inmiddels wel zelf met zijn vrienden.

ENORM VEEL BIER

We komen aan bij het volgende café, waar rode lampen de bankjes onder de luifel verlichten. Achter de mensen die nog even snel een peuk roken in de kou, schijnt er in groene en rode neon letters: Kafé België. Bij binnenkomst zie je gelijk aan de rechterkant een gigantisch bord met allerlei soorten bieren erop. Ik wilde daarom weten wat Jester zijn favoriete bier is van Kafé België: “Maximus Pandora is sowieso mijn favoriete biertje in het algemeen en die hebben ze hier ook. Al heeft het wel een gedeelde eerste plaats met een Kasteel Rouge. Het ligt er net aan waar ik zin in heb, maar een Kasteel Rouge is altijd goed.” Een Maximus Pandora is een makkelijk drinkend blond biertje en Kasteel Rouge is een fruitige biertje met kersensmaak. “Ik heb een groot gedeelte van het bier in dit café geprobeerd”, vertelt Jester trots. Dit bruin café is wat groter dan de standaard vertelt hij. Als je rondkijkt zie je ook hier opvallende decoratie. Zoals een haaienkop waarbij de staart er aan de andere kant van het plafond uitkomt of een koe bovenop de glazen en drankflessen achter de bar. Een reden om eens langs deze kroeg te gaan is dan ook volgens Jester: “Fucking veel bier!” Niet alleen vindt Jester dat heel lekker, hij maakt graag gebruik van de UnTapped app (een app waarin je alle biertjes die je drinkt kan beoordelen, red). Deze gebruikt hij dan ook, zodat hij overzicht heeft wat hij al wel en nog niet heeft geprobeerd.

VASTE GAST

Onze kroegentocht eindigt in het café waar Jester duidelijk het vaakst komt: Café de Postillon, want voordat we binnen stappen begint hij een gesprek met Thijs, één van de eigenaren. Jester’s vaste plek is een grote houten ovale tafel, waar veel mensen aan kunnen zitten. Boven de tafel hangt een surrealistisch schilderij met drie honden. De middelste hond hangt om de schouders van de twee andere, omdat hij iets te diep in het glaasje heeft gekeken. Jester vind de Postillion het beste café van de drie. Hij is er terecht gekomen toen zijn vriend Floris Rexwinkel er een journalistieke productie over maakte: “Hij kende de eigenaar en tijdens corona had Thijs het café net overgekocht. Hij was de Postillon aan het renoveren. Toen vond ik het er zo sick uitzien en wilde als het weer open was er een keer gaan zitten. Dus dat heb ik gedaan; ik ging erheen en de eigenaar vond ik super chill, hij herkent je gelijk. Verder heb ik eigenlijk geen nadelen aan de Postillion.” Eenmaal na het interview hebben wij nog even geborreld om ook echt het gevoel te krijgen van zijn favoriete bruin café en het was zeker geslaagd. Daarna hebben we de borrel afgesloten zoals Jester vaker doet, als een echte Utrechtse student, met een Pizza Marjolein.