TRY-OUT – SANNE OP HET RUGBYVELD

Paduaan-redacteur Sanne heeft – naar eigen zeggen – geen druppel sport fanatisme in haar bloed zitten en blijft het liefst zo ver mogelijk van sportvelden vandaan. Om te laten zien dat zelfs zij tóch haar comfortzone kan vergroten, ging ze naar een training van de Rugbyende Utrechtse Studenten (RUS). En, hoe beviel het haar?  

Tekst: Sanne Bakker. Beeld: Nygel Libiee 

Om precies 19.45 uur stap ik met mijn speciaal aangeschafte nopschoenen het fel belichte trainingsveld van RUS op, met knikkende knieën. Letterlijk, want het is welgeteld zo’n 10 graden, maar ook omdat ik deze avond best wel heel erg spannend vind. 

Ik zeg altijd dat ik het sportgevoel van een slak heb. De liefde voor adrenaline, in een team spelen en je lichaam expres tot het randje duwen is bij mij ver te zoeken. Dat is ook te zien aan mijn sportgeschiedenis: twee jaartjes dansen op de basisschool, een jaar volleybal op de middelbare en daarna geregeld naar de sportschool. Of nou ja… Soms. Af en toe. Als ik zin heb.   

IN HET WATER 

Terwijl ik luister naar de uitleg van fotograaf Nygel – die toevallig al vier jaar op rugby zit – over spelregels en posities, en kijk naar een paar sterke dames die elkaar de lucht in gooien, begint mijn hoofd te duizelen. Wáár heb ik me in laten praten? Is dit wel zo’n goed idee? Misschien ga ik wel op m’n plaat. Ik ga sowieso een bal tegen mijn neus krijgen, en dan moet ik – Mijn gedachten worden onderbroken door journalistiek student Yvette Silbernberg (23), die het veld op komt lopen. “Ha, éíndelijk!”, begroeten we elkaar.  

Yvette – de voorzitter van RUS – en ik hadden in de weken voorafgaand aan deze woensdagavond al flink wat heen en weer geappt, om de perfecte training voor dit artikel uit te kiezen. Eigenlijk hadden we al een week eerder afgesproken, maar een hevige regenbui liet dat plan in het water vallen. Dat is overigens ook de reden waarom we deze avond niet op het RUS-veld spelen, maar op dat van Rugbyclub Nieuwegein. “Lange leve de wintersporten, hè?”, zegt Yvette grappend.  

OEPS 

Als een jong eendje loop ik achter Yvette aan, een stuk verder het veld op. Ze stelt me voor aan de trainer van de puppy’s – de net-begonnen rugby’ers – en het tweede team. Een beetje ongemakkelijk stel ik me voor. “Hoi, ik ben Sanne, van de Paduaan. Ik kom uh… voor dat artikel.” Ik verwacht verwarde fronsen, maar krijg dertig grote glimlachen. “Wat leuk dat je er bent!”, “welkom!” en “doe je gezellig mee?” Niet veel later staan we met z’n allen in een grote cirkel, op een stukje veld met twee rijen pionnen. Ik mag meedoen met een spel, bedoeld om te oefenen met de bal overgooien. 

De groep wordt in tweeën gesplitst en elke subgroep moet vijf rijtjes maken achter de pionnen. Speler één (helemaal rechts) begint met de bal, rent naar voren en speelt de bal naar speler twee. Speler twee speelt naar speler drie, enzovoorts. Zo wordt de bal in een schuine lijn naar voren overgespeeld; hoe het ook moet tijdens wedstrijden. Grappig. Wist ik helemaal niet, net als dat de bal naar achteren moet worden gegooid. Daar werd ik vriendelijk aan ‘herinnerd’ door een enigszins gefrustreerde “Hallo, dit is rugby, dus we spelen naar ach-te-ren!!” Oeps… Een beetje gegeneerd zwaai ik naar Yvette.  

FAMILIE 

Hartstikke lachen, dat spel, maar er moet ook serieus getraind worden. Op het moment dat de oefenwedstrijdjes beginnen, lijkt het ons het beste als ik gewoon even lekker observeer. Ik ga naast voorzitter Yvette staan, die een beetje verliefd naar de fanatieke spelers kijkt. “Ja, dit vind ik dus prachtig!”, zegt ze en ik stel haar de o-zo-cliché vraag ‘maar waarom dan?’  

“Ik denk dat iedereen die bij een sportvereniging zit dit herkent: de community en cohesie om de club heen. Bij elke wedstrijd – of het nou een wedstrijd van de puppy’s of het Eerste Team is – komt RUS met hordes kijken, en als iemand bijvoorbeeld haar bardienst niet kan doen door een blessure, pakken anderen die taak zonder aarzelen op. We zijn een familie. Letterlijk, want onze club is een familiesysteem dat zich alsmaar uitbreidt. Ik ben mama van drie prachtige spelers, waaronder sinds kort twee nieuwe kinderen! We doen geregeld leuke dingen met elkaar buiten de trainingen om, zoals cocktailavonden; onze familietraditie.” 

“En tja… Waarom rugby? Mij is de sport met de paplepel ingegoten. Mijn opa en vader speelden vroeger allebei rugby, dus het werd veel gekeken thuis. Toch mocht in eerste instantie niet op rugby, want ze vonden het een ‘pottensport’. Toen ik 15 of 16 jaar was, besloot ik: dikke vinger, ik wil het gewoon proberen! Ik kocht goedkope schoenen en zei tegen mijn familie: ‘Óf jullie brengen me naar de rugbyclub, óf ik ga zelf.’ En ik verdwaalde vroeger snel, dus gaven mijn ouders zich er maar aan over.” 

“Tijdens mijn eerste training kreeg ik meteen het ‘wauw-gevoel’; dít is wat ik wilde doen! Ik bleek het ook nog eens best goed te kunnen. Al op mijn zeventiende mocht ik de ereklasse in. Dat is inmiddels zo’n zes jaar geleden.”  

ALLEMAAL EVEN LOMP 

Richting het einde van de training neemt Yvette me ook nog even mee naar het stuk waar het Eerste Team aan het trainen is. Het valt me op dat er – plat gezegd – allerlei figuren rondrennen; lang, klein, dun, wat forser, super gespierd…  

“Ook dat is zo tof aan rugby: het is juist góéd als er veel verschillende posturen zijn”, vertelt Yvette. “Voor iedereen is er een positie op het veld, wat het een hele inclusieve sport maakt. Wij doen daar nog een schepje bovenop, want RUS is de enige all female en non-binaire studenten rugbyclub van Nederland! Ook maakt het hier niet uit welke opleiding en niveau je doet; veel studentensportverenigingen laten geen MBO-studenten toe, wij wel. Want weet je? Iedereen spreekt hier dezelfde taal en wil gewoon rugby spelen! ‘We zijn allemaal even lomp’, zeg ik altijd.” 

OVER RUS 

  • De club werd opgericht in 1985. Inmiddels gooien 120 leden elke week hun lichaam en trots in de strijd. Dat is 10% van het totaal aantal rugbyers in de damescompetitie in Nederland
  • Wil je een keer meetrainen of je aansluiten bij de club? Stuur dan een mailtje naar secretaris@dames-rugby.nl. Er is geen wachtlijst.